In ons vorige artikel over passende kinderopvang hebben we geconcludeerd dat er wettelijk gezien geen passende kinderopvang is, maar dat er zeker mogelijkheden zijn voor mooie initiatieven.
Inhaalbare en inpasbare zorg
In ons advieswerk gebruiken wij vaak het onderscheid tussen inhaalbare en inpasbare zorg. We spreken van een inhaalbare achterstand wanneer een kind een achterstand heeft in zijn ontwikkeling op taal en/of andere ontwikkelingsdomeinen. De verwachting is dat deze achterstand met een extra (individuele) stimulans verkleind, dan wel ingelopen kan worden.
We spreken van inpasbare zorg wanneer de zorg- of ondersteuningsvraag van een kind niet direct inhaalbaar is, maar wel past binnen de groep. Denk hierbij aan een kindje met autisme of het syndroom van Down. Of het inpasbaar is, hangt af van de ondersteuningsbehoefte van het kind zelf, maar ook van de professionaliteit en de draagkracht van de medewerkers van de groep en de samenstelling van de groep. Door met elkaar te verkennen welke zorg er wel of juist niet binnen de groep geboden kan worden, ontstaat een helder beeld van de mogelijkheden binnen uw gemeente.
OAB-middelen inzetten
Met iets extra’s in de ondersteuning kan de kinderopvang soms alsnog kinderen opvangen die nu niet binnen de reguliere setting bediend worden. Hier hebt u als gemeente de mogelijkheid om mee te denken en te financieren. Denk bijvoorbeeld aan de structurele inzet van een extra pedagogisch medewerker, een verlaging van de groepsgrootte, inzet van een tutor of extra deskundigheidsbevordering. Maar ook ambulante begeleiding van specialisten die tijdelijk worden ingezet ter ondersteuning van het kind en/of de medewerkers kan tot de mogelijkheden behoren. Hierbij is het van belang goed te bekijken wat vanuit OAB-middelen gefinancierd kan worden en wat onder Jeugdhulp valt. Er is vaak meer mogelijk dan u denkt, waardoor de (financiële) druk op de Jeugdhulp minder wordt.
Wat is er nog meer mogelijk?
Passende kinderopvang betekent niet dat álle ondersteuningsvragen binnen een reguliere setting opgepakt kunnen worden. Zodra de belasting voor de groep te hoog wordt, of het kind zelf niet tot ontwikkeling komt, past het kind feitelijk niet op een reguliere groep binnen de kinderopvang. Deze kinderen moeten dan toegeleid worden naar een passende (specialistische) plek.
Deze passende plek kan binnen een gespecialiseerde voorziening zijn, maar er zijn ook tussenstappen denkbaar: bijvoorbeeld een combinatiegroep waarin kinderopvang en jeugdzorg samen een gespecialiseerd aanbod voor kinderopvang bieden. Binnen het wettelijk kader van de kinderopvang en onder toezicht van de GGD. Zo worden kinderopvang en jeugdhulp op de groep direct met elkaar verbonden.
Verder praten?
Ondanks dat er geen wetgeving is rondom passende kinderopvang, biedt de huidige wet- en regelgeving ruimte en mogelijkheden. Wilt u eens verder praten over de inhoudelijke en financiële mogelijkheden voor uw gemeente? Neem dan gerust contact met ons op. Wij denken graag met u mee.
030 877 92 35 | info@innovatienul13.nl